Op 1 november 2012 heeft archeoloog Stefan Molenaar van de afdeling Bouwhistorie, Archeologie en Monumenten (BAM) een bijzondere vondst gedaan. Tijdens de aanleg van een amfibieënpoel langs de Sterrenbosweg heeft hij fragmenten van bewerkte vuursteen aangetroffen. Het is aannemelijk, dat de vondsten dateren uit het mesolithicum en tussen de zevenduizend en negenduizend jaar oud zijn. Als er werkzaamheden in het Bossche Broek uitgevoerd moeten worden, wordt vooraf eerst archeologisch onderzoek verricht (standaardprocedure). In de buurt van een aan te leggen amfibieënpoel aan de Sterrenbosweg, is ooit een schat aan Karolingische munten gevonden. Desondanks heeft het gebied op de gemeentelijke archeologische verwachtingskaart een lage verwachting. Daarom was het archeologisch onderzoek beperkt tot een controle van de ontgraving. Bij zijn komst ter plaatse zag Stefan Molenaar grillig gevormde plekken/vlekken. "In eerste instantie dacht ik niet aan grondsporen; met een bats heb ik enkele lagen modder afgeschaafd, zodat je een mooi egale oppervlakte krijgt", geeft Stefan aan. Plotseling hoorde hij een tik van de schop, en er kwam een vuursteentje (1 x 2 cm) tevoorschijn. Bij nader onderzoek bleek het een artefact te zijn, een niet door de natuur gevormd object. "Vuursteen is van een glasachtige samenstelling, waarmee je scherpe randen krijgt als je erop slaat. Bovendien is het goed aan te scherpen. Bewerkte vuursteen is zeer bruikbaar als (snij)gereedschap, bijvoorbeeld voor het schrapen van huiden, maar ook kun je er pijlpunten van maken", licht Stefan toe. AntropogeenHoe kun je nu zien dat hier sprake is van een antropogeen, een door mensen gemaakt, object? Dorsaal (rugzijde) waren plekken waarneembaar, waar andere vuursteenfragmenten op systematische wijze waren afgeslagen. Ventraal (buikzijde) was een slagbult aanwezig; het slagvlak is het punt waarop geslagen wordt, de resultante is een slagbult. "Met neusvet kun je een slagbult glimmend maken", demonstreert Stefan. Als je met een houten voorwerp (zoals een gewei) afslaat, krijg je een kleine slagbult; dat wordt een 'zachte percussie' genoemd. Sla je met een steen af, krijg je een grovere, grotere slagbult ('harde percussie'). In het tijdvak paleolithicum (300.000 tot 10.000 jaar) kwamen naast zachte percussies vooral harde percussies voor, met korte en gedrongen slagbulten. In de periode daarna (mesolithicum) zag je meer zachte percussies, met 'klingen', hierbij is de lengte groter dan de breedte. Maar al vanaf circa 35.000 jaar v. Chr. (laat-paleolithicum) werden her en der klingen | 6 |
vervaardigd. Typerend voor het mesolithicum zijn de zogenaamde microlithen, kleine fragmenten vuursteen die gebruikt werden om een pijl mee te bewapenen. Hierdoor waren ook de kleinere vuursteenbrokken bruikbaar voor verwerking. Heel bijzonderTijdens zijn studie archeologie in Leiden had Stefan Molenaar veel met vuursteen gewerkt; in een split second herkende hij het geluid van de tik tegen de schop en het daarna opgeraapte fragment. Hij belde stadsarcheoloog Ronald van Genabeek van de BAM, die direct voor overleg naar het Bossche Broek kwam. Zij besloten tot het maken van meer kijkgaten. Er kwamen meer vuurstenen tevoorschijn, gevonden op ongeveer 20 cm onder het huidige maaiveld. De archeologen troffen verder een intacte bodem aan, dat wil zeggen dat de bodem stabiel was met een goede doorstroming van het hemelwater. De bodemgrond was niet door grondbewerking verstoord of verplaatst geweest. Daardoor konden de vondsten op hun oorspronkelijke plek verzameld worden. Vuursteen (bestaat vooral uit siliciumoxide) komt van nature niet in het Bossche Broek voor. De vuurstenen zijn door mensen langs de Maas verzameld, in de vorm van zogeheten 'Maaseitjes'. Jagers-verzamelaars waren de gebruikers van vuursteen, hun leven hing er letterlijk van af. Jagers-verzamelaars uit het mesolithicum kenden het Bossche Broek waarschijnlijk erg goed. Voor hen was het een aantrekkelijk gebied door de ruime aanwezigheid van voedsel in de vorm van vissen, vogels en kleine zoogdieren. Vanuit een (tijdelijk) basiskamp gingen groepjes mannen op jacht, de vrouwen verzamelden fruit, knollen en noten. De gevonden vuursteenfragmenten zijn, na gebruik, in het Bossche Broek weggegooid.Herwaardering verwachtingskaartDe archeologen waren verrast door de vondst. Vuursteen is voor Den Bosch op zich niet uniek, de vindplaats in het Bossche Broek is dat wel. De archeologische verwachtingskaart van de BAM kent het gebied een lage verwachting toe. Gelet op de nu aangetroffen resten van bewerkt vuursteen, zal echter opnieuw bekeken moeten worden of ook elders in het Bossche Broek mesolithische vindplaatsen te verwachten zijn. Ook het landschapsbeeld van het terrein behoeft mogelijk bijstelling. "Wellicht bestaat de ondergrond uit een geaccidenteerd landschap, met hoogteverschillen die niet groter dan 50 cm zijn, met vele kreekjes en waterlopen. Een gebied dat veel flora en fauna aantrok en dus ook aanlokkelijk werd voor (tijdelijke) bewoning van jagers-verzamelaars", aldus Molenaar. Hij vermoedt dat de toppen van de oorspronkelijke streek op enige momenten zijn afgegraven en afgevlakt, met als resultaat het huidige beeld van het Bossche Broek: een laaggelegen, drassig moerasgebied. Wellicht wordt het in de toekomst mogelijk om via moderne hoogtemetingen (vanuit een vliegtuig) het aanvankelijke landschap te achterhalen. Gebieden die nu weinig verwachting hebben, kunnen dan op deze wijze aangevuld en genuanceerd worden. | 7 |